Eindeloos verlangen

Het pistool voelde zwaar in haar hand. Ze bekeek het van alle kanten. Gek, dat zo’n ding het leven van een ander kon beëindigen. Het was bijna tien jaar geleden, maar het voelde nog als de dag van gisteren. Spijt had ze niet. Nee zeg, hij had het verdiend. Maar steeds als ze dat moest uitleggen, werd ze behandeld als een klein kind. Dan werden er door de dames van zo’n zogenaamde hulporganisatie van die vragen op haar afgevuurd alsof ze niet helder kon nadenken.
‘Weet u het zeker, mevrouw Jacobs?’
‘Wilt u uw antwoord niet bijstellen?’
Zeker niet. Schiet toch gauw op. Hij had met z’n poten van haar kleine meid af moeten blijven. Zij was geen moordenaar. De maatschappij moest haar juist dankbaar zijn.

Ze keek naar het kleine meisje voor haar op het kleed en legde snel het pistool weer onder het grote kussen op de stoel. Ze was nog zo puur en onschuldig. Haar kleine handjes probeerden de poppetjes nauwkeurig in de roze auto te plaatsen. Haar blonde pijpenkrulletjes dansten achter op haar hoofd. Ze had de mooiste glimlach die Annie ooit had gezien. Ze voelde een brok in haar keel. Ze fluisterde.
‘Oma houdt zo veel van jou. Dat mag je nooit vergeten, lieve schat.’
Ze had veel verdriet van de hele situatie. Ze wist dat ze haar dochter geen goede jeugd had bezorgd, maar ze kon niet anders. Ze moest die man wel uit de weg ruimen, anders had hij nog steeds aan haar gezeten. Demelza begreep het niet. Ze was boos op haar moeder dat ze haar in de steek had gelaten toen ze nog zo jong was. Maar Annie kon er nu niks meer aan veranderen en ze hoopte dat haar dochter op een dag ook zou inzien dat ze dit had moeten doen. Ook voor haar. Toch voelde Annie haar schaamte als ze samen over straat liepen. De mensen keken Annie na en fluisterden ‘moordenaar’. Ze was niet meer welkom in deze maatschappij. En dat had haar leven onmogelijk gemaakt. Ze kreeg nergens meer een baan en bij de banken werd ze geweigerd, omdat ze een kruis achter haar naam had staan.
Het had haar eenzaam gemaakt. Hoe moest ze een normaal leven leiden, als iedereen tegen haar was? Ze keek naar de oude klok aan de muur. Nog zo’n 5 minuten te gaan en dan was het zover. Even doorzetten nu.
Ze hoorde de sleutel in de voordeur. Het kleine meisje ging gelijk rechtop zitten.
‘Mama?’ Ze wees naar de hal.
Annie knikte en met een paar grote stappen stond Demelza in de kamer.
‘Lieffie!’ Ze ging op haar knieën zitten en gaf het kleine meisje een dikke kus op haar hoofd. Toen wendde ze zich tot Annie.
‘Alles goed gegaan vandaag?’
Het klonk koeltjes, maar Annie was al lang blij dat ze twee keer in de week op haar kleindochter mocht passen.
‘Zeker. Het is een schatje. Net haar moeder.’
Demelza negeerde de laatste opmerking, pakte haar dochter op en liep richting de hal. Ze draaide zich even om.
‘Morgen ben ik er rond 8 uur.’
Ze liep weg zonder verder iets te zeggen. Het kleine meisje brabbelde nog kort en daarna klonk de dreun van de voordeur.
Dit was het dan. Dit was haar leven. Op de liefde van haar kleindochter na, had ze niks. Ze haalde het pistool onder haar kussen vandaan. Het was tijd. De wereld was beter af zonder haar.
Ze zette de loop tegen haar slaap, sloot haar ogen en zuchtte diep. Haar vinger sloot zich om de trekker en net op het moment dat ze deze steviger wilde indrukken kwam Demelza de kamer inlopen.
‘Ow, en mam…’
Ze keek naar haar moeder en reageerde direct.
‘Mama, nee!’
Ze rende naar haar toe met het kleine meisje op haar arm.
Annie schrok zo van de plotselinge bezoekers dat ze het pistool naar voren richtte en schoot.

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *